“Ja maar oma, waarom ben jij nou boos omdat ik in het ziekenhuis lig?”, vraagt Mart me, nadat ik vertelde dat ik gisteren uit kwaadheid een appelboom gekortwiekt heb. Die stomme appelboom, die maar één appel heeft, deze zomer, waarschijnlijk staat die boom voor het laatst in de tuin.
Mart in het ziekenhuis, niet helemaal onverwacht, toch heftig. Het is op dit moment nog niet duidelijk wat hij heeft. Wel is duidelijk dat er iets echt niet goed is. Hoofdpijn, last van zijn ogen, de hele zomer met zonnebril op lopen. Om die zonnebril in de Spelerij kwijt te raken. Dat was minder geslaagd. In de afgelopen weken onderging hij verschillende onderzoeken, waaronder een MRI van zijn hoofd. Voor ons kwamen oude films weer boven drijven. Gelukkig was er niets bijzonders op de MRI te zien. Uit een ander onderzoek kwam wel iets naar voren, wat dat is, dat weet nog niemand. Diverse mogelijkheden liggen nog open en moeten nader onderzocht worden. We wachten af met z’n allen.
Meer dan twintig jaar geleden zaten wij als ouders in het ziekenhuis, te wachten op uitslagen van onderzoeken. Nu zitten we ons te verbazen over de enorme verschillen met toen. Door WhatsApp blijven we op de hoogte van alle onderzoeken. Toen moesten we voortdurend op zoek naar een telefooncel in het ziekenhuis, om wat nieuws door te geven. Wat niet anders is, zijn de gevoelens van onmacht. Verdriet dat zo ontzettend vermoeiend is, dat maakt dat er niets uit je handen komt. Pijn om je kinderen en kleinkinderen.
Mart vermaakt zich intussen met zijn tablet, waar hij flauwe filmpjes op zoekt en kan vinden. Hij vermaakt ons en zichzelf met het vertellen van mopjes en raadsels. Of hij zoekt een filmpje over de MRI op You Tube, om te onderzoeken wat een MRI is. Er waren geen filmpjes te vinden over een ruggenprik, die had hij vanmorgen gehad. Mart zat vanmiddag een lijstje te maken van de voor- en nadelen van een ziekenhuisopname. De stand was fifty-fifty. Tot hij toch vond dat hij naar huis wilde. En niet kon. Gelukkig mag er altijd iemand blijven slapen en doet zijn moeder dat deze nacht.
Intussen kon ik niet goed aan Mart uitleggen waarom ik boos was. Ik weet het zelf ook niet goed. Het voelt zo machteloos, ik wil iets doen, en ik kan niets doen. Boosheid heeft een adres nodig. Op wie ben ik boos? Of is het niet wie maar Wie? Ik kan het niet goed volgen waarom dit gebeurt. Voor mijn gevoel is het teveel, te zwaar, te…? De wereld om ons heen staat in brand. Onze eigen kleine wereld wordt weer eens door elkaar geschud. God is sovereign, is de titel van een lied dat ik vanmorgen deelde. Ja, ik weet het, dat het zo is. En toch…