Gehoord, gezien, gelezen en gedacht

Maand: september 2014

Verpletter(en)d

Mei 2000. Allernaaste en ik zijn aan het wandelen op een stralende, voor de tijd van het jaar veel te warme, voorjaarsdag. We wandelen in een park en bespreken onze toekomst. Ik heb mooie en grote plannen, ik wil aan de studie. We praten en we dromen. Plotseling is er een grote wolk en lawaai als van vuurwerk. Sirenes klinken, even later horen we ambulances. We gaan naar huis, en doen de radio aan. De vuurwerkramp. Mijn familie, die niet in deze stad woont, maakt zich de hele avond ongerust, we zijn niet te bereiken, alle telefoonlijnen waren overbelast. Een wreed einde aan een gave middag. Niemand uit onze naaste groep is gewond of meer, heel erg dichtbij is het niet gekomen.

September 2014. BFF en ik wandelen op zondagmiddag in het Haaksbergerveen, we praten en sparren, spiegelen en zeuren, kortom, genieten. Als we ook nog een theetuin ontdekken met heerlijke koffie en appelgebak, en mos zo zacht onder je voeten, kan de dag niet meer stuk.

zondagmiddagwandeling

Onderweg naar huis komt ons een ambulance met gillende sirenes tegemoet, gevolgd door een politiemotor, en nog een -auto. Hm, lijkt pittig. Een paar minuten later worden we door een motoragent naar de kant gedirigeerd, een ambulance moet ons passeren. Bij verkeerslichten zien we verkeersregelaars staan, daarna komen er nog een paar ambulances ons tegemoet, en bij het daarna volgende kruispunt wordt alle verkeer tegengehouden of omgeleid. We zien alleen maar gespannen blikken bij alle agenten. Op dat moment weet ik via Twitter al dat er in Haaksbergen een ramp is gebeurd doordat een monstertruck het publiek in is gereden. Enkele doden, veel gewonden, meest zwaargewond. Hoe kom je nog levend onder zo’n ding uit, vraag ik me af. Hoe is het mogelijk dat dit is gebeurd, zal de vraag van de komende tijd zijn.

Op Twitter zijn de eerste filmpjes al te zien, op Facebook ook. Filmpjes te heftig om te zien. Ik las ook al wat verhalen van mensen die er (dicht)bij waren. Televisieploegen zijn erbij en maken reportages. Voor hoeveel mensen eindigt deze dag in een hels drama?

Weekend

Hoe was je weekend? De meest gestelde vraag op maandag, is mijn aanname. Ons weekend was goed, kan ik alvast vertellen. Erg goed zelfs! Voor gisteren stond een fotoshoot op het programma. Of het zou lukken was nog spannend vanwege het weer. De hele ochtend was het hier mistig, erg mistig en warm. Uiteindelijk brak de zon door en was het nog warmer. Dat was om een uur of twee. We hadden om half vier afgesproken in verband met eventuele middagdutten. Tegen drie uur werd het donker en begon het te rommelen, op ons kleine stukje aarde. Elders waren dikke regenbuien. Als een speer vertrokken we naar het Buurserzand, om daar de foto’s te laten maken door Janneke.De wolken werden steeds donkerder, het licht daardoor egaler, wat mooi meegenomen was. We werden meegevoerd naar een heideveld waar we alle verboden te betreden bordjes trotseerden en de hei instruinden. De een hield daar 33 muggenbulten aan over, de ander vijf, en weer een ander niets. Of we er ook nog mooie foto’s aan over houden, weten we binnenkort. Na het heidedeel werd de sessie vervolgd bij het Buursermeertje. Ook hier poseerden we met overgave en enthousiasme, toch? Al werd dat enthousiasme door de regen flink bekoeld.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

We hadden afgesproken gezamenlijk te eten. Toen Mees ons zag, was het eerste dat hij zei: “Oma, we gaan bij lullie eten hoor”. Dat was goed nieuws!

Na de shoot gingen we naar ons huis. In ons eigen huis werd een traditie voortgezet die al bij mijn schoonouders is ingezet: chinezen aan huis. Dit eten moest natuurlijk eerst gekocht worden, dat deden de vier broers. We hadden eten in overvloed, en genoten van elkaar en van het voedsel. Mees hield het bij broodje kaasboer en broodje pindakaas met hagel, Floor hield het bij haar speen en een enkel hapje mie met saus, de rest at iets meer. En wat waren we weer blij met onze vaatwasser!

Vandaag hielden we de brunch bij Hiernaast. Inmiddels is er groepje vaste bezoekers ontstaan. Uit binnen en buitenland, voor werk of door vervolging hier gekomen. Of gewoon hier geboren en getogen. Vandaag dachten we na over bidden en baden we voor de wereld en voor elkaar. Voor de wereld die in brand staat, voor mensen die door en voor al die branden moeten vluchten. We baden voor kinderen die de Here nog niet kennen of niet meer willen kennen. Tot slot zongen we nog een lied:

Vrijgemaakt?

Onlangs was het zeventig jaar geleden dat de Vrijmaking plaatsvond. Ik zag geen enkel bericht hierover in “mijn” krant. Verschenen er in het verleden nog boeken ter herdenking van dit feit, met titels als: “Het vuur blijft branden”, nu niets. In een column in het ND ging het nog ‘even’ over dit jubileum, en daar bleef het bij. In het ND van vorige week stond een interview met twee GKv-verlaters, beiden hadden meegewerkt aan de bundel: Vrijgemaakt?

vrijgemaakt Dertigers over het leven in een gereformeerde zuil, is de ondertitel. Het interview in de krant maakte me nieuwsgierig. Volwassenen in de leeftijd van onze kinderen. Ze vertelden over hun jeugd, over hoe de zondag besteed werd. Traditioneel volgens hen, herkenbaar voor mij. Ja, zo waren de zondagen bij ons ook ingevuld. Ik kocht het boek en begon er in te lezen, om niet meer te stoppen.

Wat zij vertelden over hun leven gaf bij mij veel herkenning. Ja, zo was het. Naar mijn inzicht werd er niet hevig afgegeven op de vrijgemaakte kerk. Er werd niet gemopperd op ouders, of een trap nagegeven. Niettemin vond ik het vaak vervreemdend, dat wat er gezegd werd. Tegelijkertijd ook wel herkenbaar. Dichtgetimmerde zalen. Ja, er was een vrijgemaakte zuil, met naar binnen gericht zijn, eigen scholen, krant, partij, caravanclub, maatschappelijk verbond en noem het maar op. Heerlijk vond ik dat als kind. Beschermend die eigen wereld. Het liefste wilde ik als kind een geheel vrijgemaakte stad, zelfvoorzienend met ziekenhuis en al.

De verhalen die verteld worden in dit boek, zijn (bijna) allemaal van universitair geschoolde mensen. Studeren is gevaarlijk, zo werd vroeger gezegd en gedacht. Klopt het dan toch? De zelfstandige denkers die geen ruimte kregen voor hun gedachten? Dogma’s die dichttimmerden in hun beleving. Geen ruimte voor vragen. Of alleen maar voorgeprogrammeerde antwoorden. Dooddoeners.

Deels herken ik de verhalen. En vraag ik me af waar onze eigen generatie, die wat betreft leeftijd de ouders van deze schrijvers kunnen zijn,  de mist in is gegaan? Waren wij te stellig? Hebben we op de verkeerde manier voorgeleefd? Waren we hypocriet? Ik lees van al deze zaken voorbeelden in het boek.

Ik weet het niet. Mijn hart gaat uit naar de ouders van deze schrijvers. Ik denk, ga er vanuit, dat zij hun kinderen met alle goede bedoelingen, in onze menselijke gebrekkigheid hebben opgevoed. Er is vast veel al dan niet stil verdriet bij hen.

Dat is een ding, een kant van het verhaal. Het is niet alleen het voorleven van ouders, of het geven van catechisatie, of vereniging. Wat leren we in preken? Gaan de preken over God, over de Here Jezus, over de Heilige Geest? Over de grootheid van God? Of zijn preken “verworden” tot to-do, en don’t lijstjes, zoals ik gisteren op twitter zag? (een typering die ik regelmatig herken. dan vraag ik me af: waar was God in deze preek? Het gaat ((weer)) over wat ik moet doen en laten)

Meer lezen over dit boek? Deze blog geeft een meer inhoudelijk verhaal! Het kost 15 euro, en heeft 144 pagina’s

Tejo Teek

Ik ben Tejo Teek, en ik woon in Twente. Het is erg fijn om in Twente te wonen, daar zijn veel bossen en tuinen waar ik me kan verstoppen. Ik ben lekker klein, je ziet me bijna niet. Ik ben een beestje met acht poten en ik ben dol op bloed, heel veel bloed. Ik lust het rauw, en ik zuig het uit je. Net zo lang tot ik vol zit, barstensvol. Dat gaat niet zo snel, soms ben ik wel een hele dag met mijn maaltijd bezig. Maar dan is mijn buik ook dik en rond. Dan moet ik oppassen, want dan kun je me zien. Als ik nog niet gegeten heb, zie je me bijna niet. Mensen denken dat ik boven in een boom zit en me dan laat vallen. Dat is niet zo, ik zit ook lekker verstopt in tuinen en kruip dan omhoog bij de mensen. Dan kan ik lekker eten. Dan zie ik eruit als op deze foto, helemaal dik en rond…

teek1
De ene teek is de andere niet, verschil moet er zijn. Ik ben een bijzondere, ik heb een speciale bacterie bij me.
Moeilijk woord, bacterie. Een bacterie zorgt ervoor dat iemand ziek wordt, en soms zelfs heel erg ziek. Om mijn buik vol te eten moet ik een gaatje in de huid van iemand prikken. Door die prik komt die bacterie in het lichaam van degene die ik geprikt heb. Meestal wordt die persoon dan ziek. Het lijkt of hij griep heeft. Vaak komt er een rode kring op de plek waar ik gebeten heb. Als mensen zo’n rode kring zien, gaan ze meestal naar de dokter. Dan moeten ze pillen slikken en gebeurt er verder niets, saai hoor.
Het wordt echt spannend als mensen niet merken dat ik ze gebeten heb, en als er geen rode kring komt Dan blijft de bacterie lekker zitten. Hij groeit en groeit en dan wordt iemand ineens zomaar ziek. Daar genieten bacteriën van. Ik, als Tejo Teek, weet daar dan niets van, jammergenoeg. Teken worden niet zo heel oud, die maken dat allemaal niet meer mee. Maar nu heb ik een verhaal gehoord van een jongetje dat door mij gebeten is en in het ziekenhuis terecht gekomen is. Ik verbaas me over de macht die je dan hebt als teek uit Twente! Da’s echt kicken! Het is bijna een film en dan geen beste…. Ik heb een jongetje gebeten, maar ik weet niet meer wanneer dat was. Tja, de leeftijd hè.. Dat jongetje had bijzonder lekker bloed, dat weet ik nog wel. Ik heb er echt van genoten. Ik heb een flinke hoeveelheid bacterie in zijn bloed gespoten en dat is lekker gaan sudderen. Het was een hele slimme bacterie, heb ik gehoord. Hij is in een plek gaan zitten waar ze anders nooit gaan zitten. In het hoofd van dat jongetje! Heel bijzonder! De dokter noemde het a-typisch. Moeilijk woord, vind ik. Die bacterie zat dus in zijn hoofd. En heeft daar voor een ontsteking gezorgd, waardoor dat jongetje niet zo goed meer kan zien.
Ik heb gehoord dat dat jongetje nu weer naar huis is gegaan. Dat mocht vandaag. Morgenochtend moet hij alweer terug naar het ziekenhuis, dan krijgt hij weer medicijnen door zijn infuus. Iedere dag moet hij naar het ziekenhuis. Ik weet nog niet hoelang dat gaat duren. Och, dat maakt ook niet zoveel uit, dat ik het niet weet. De bacterie heeft verloren. Dat is voor mij, als Tejo Teek, best wel jammer. Teken houden van winnen. En voor het jongetje? Hij is blij dat hij in zijn eigen bed mag slapen, maar hij is ook nog erg moe en verdrietig….
.

Ik zal er zijn

We blijven maar wachten. De gedachte was dat er gisteren uitslagen van de onderzoeken waren, dit was helaas niet zo. Voor Mart in ieder geval nog een nacht ziekenhuis, en veel onzekerheid voor iedereen. Mart voelt zich niet erg lekker, hij heeft veel last van de bijwerkingen van antibiotica. Sterk spul, die medicijnen. Waarbij het nog de vraag is of dit het goede geschut is. Mart brengt de

bedmart dagen in bed door. Papa of mama zijn erbij. Gelukkig dat dit zo kan. Vermoeiende dagen. De vragen van Mart zijn soms hilarisch voor volwassenen, voor een kind logisch. Zo zat hij zich af te vragen wie dit, zo in het ziekenhuis liggen, toch allemaal betaalde? Moesten papa en mama dat doen? Wie zal dat betalen, een vraag die vaker gesteld wordt en zou moeten worden.

In mijn vorige blogje schreef ik over mijn boosheid en verdriet. Vanmorgen zat ik me af te vragen of ik merk dat God er is. Ik dacht aan een liedje van Sela: Ik ben erbij. Iets wat ik met mijn verstand altijd wel weet, vaak moeilijk vind om te ervaren. Ik heb nooit “godsopenbaringen, of godstekens”. Soms lees ik hierover bij anderen, ik herken het niet echt. Waar ik wel blij van word en troost in kan vinden, is in muziek. Ik werd geattendeerd op een cd van Michael W Smith, en schafte die aan. Mooie muziek, mooie teksten! Een paar morgens achter elkaar werd ik wakker met een lied van Marcel en Lydia in gedachten: Ik hef mijn ogen op naar de bergen…

Vanmorgen werd ik wakker met Sela:  Ik ben erbij. Ik dacht dat het erbij zijn van God voor mij vooral zichtbaar is en wordt door de woorden van mensen. Lieve wensen van mensen. Fijne reacties op facebook, een mailtje, een telefoontje. Bedankt!

Vanmorgen was ik met Mattijs aan het appen, over het verloop van deze dag. We hadden het over de merkbaarheid van God. Hij vertelde dat het lied van Sela een lievelingslied van Mart is. Toen ze zaterdag onderweg waren naar het ziekenhuis, luisterden ze naar dit lied. Mooi, gaaf, die gedeelde troost!

 

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén