Gehoord, gezien, gelezen en gedacht

Maand: september 2016

Alpha & Omega

adriansnell_alphaomega-druk-2016Zodra ik wakker ben heb ik de muziek weer in mijn hoofd. Ik denk zelfs dat ik al slapend ook nog muziek hoor. Of zou dat niet kunnen?

Gisteravond was de tweede oefenavond van The Choir Company. Yes, ik doe weer mee! Eind vorig jaar deed ik mee met een ander project met en van Adrian Snell. Heerlijk om mee te doen, en leuk voor één keer, zo dacht ik. Toch weer overstag gegaan toen dit project werd aangekondigd. Zoveel herinneringen aan dit stuk.

Het werk “Alpha en Omega” is al dertig jaar oud. Ik heb het diverse keren gehoord. En altijd was ik jaloers op het koor dat mee zong. Dat wil ik ook, maar hoe kom je daar terecht?

Ik ging met allernaaste of met zussen naar die concerten.  En we hadden de LP, die zo ongeveer grijsgedraaid is. Dansen door de kamer, met een kind op de arm. Pick-up naald weer terugzetten als het favoriete lied afgelopen was. Nog een keer en nog een keer. “O Rejoice” was de favoriet. Al bestaat die titel helemaal niet.

Nu ben ik iedere dag de liederen aan het oefenen. Gister reed ik weer naar Zwolle voor een avond genieten en hard werken. Veel oefenen, ook dat was nog een keer en nog een keer zingen. Hard werken, heerlijk! Niet alleen de noten zingen, er echte muziek van maken. Luisteren naar de teksten. Wat zing ik eigenlijk? Mooi dat sommige woorden en zinnen ineens nog meer gaan leven. Zoals een tekst uit Johannes: Ik ben in de Vader en de Vader is in mij. (Over) bekend…. de uitleg was dat dit totale overgave is, en daardoor rust geeft. Probeer dat in het zingen over te brengen. Ik kauw nog even na en oefen nog een paar weken. Nog één oefenavond, en dan moet het goed zijn. Jammer dat er geen hele oefendag is, zoals de vorige keer.

De uitvoeringen zijn op 21 oktober in Zwolle, Opstandingskerk, Esdoornstraat 25. Op deze avond ga ik meezingen.  In Veenendaal is de uitvoering op 22 oktober, in de Basiliek, Wiltonstraat 56. Daar ga ik het van de andere kant bekijken. Tenslotte op 23 oktober in Rotterdam, in de Breepleinkerk.  De concerten beginnen om 20.00uur.

Kaarten verkrijgbaar via deze site: http://www.events4christ.nl

Het leuke is dat er een nieuwe cd gemaakt wordt van dit stuk. De concerten worden opgenomen en als alles volgens planning gaat, komt de cd er in het voorjaar van 2017

Orgaandonatie

orgaandonatie De afgelopen dagen was het onderwerp orgaandonatie hot. Het is een onderwerp dat me bezig houdt. Als IC verpleegkundige heb ik diverse keren de stress en hectiek meegemaakt die een donatie met zich mee brengt. De vraag die gesteld moet worden aan familie, die binnenkort nabestaande is. De nauwkeurigheid en empathie waarmee die vraag (doorgaans) gesteld wordt. De verbijstering bij de familie. Vaak voelde een familie zich machteloos om te oordelen of toestemming te geven. “Daar hebben we het nooit over gehad, ik weet niet wat mijn man zou willen. Bij twijfel niet inhalen, toch? Nee, we vinden het niet goed”.

Zo logisch en voorstelbaar. En zo jammer.

Afgelopen week is het wetsvoorstel voor Algemene Donor Registratie aangenomen in de Tweede Kamer. Of het de Eerste Kamer overleeft is nog zeer de vraag. Er is (dus) veel geschreeuw, gedoe en principaliteit, die misschien niet eens nodig is.

Ik las, vooral op Facebook, veel meningen en veel gedoe.  Vaak wordt er gezegd dat door deze wet, je lichaam aan de staat toevalt bij overlijden. “De staat”, wie of wat dan ook is, mag mijn lichaam niet hebben, want daar ga ik zelf over, is de gedachte. Of er wordt gezegd dat “ik dit principieel niet mag van mijn geloof”.  Ik lees verhalen over dromen van mensen bij wie levend organen verwijderd worden, dit dan als uitvloeisel van deze wet. Of er wordt gezegd dat donatie een daad van naastenliefde is, en ik wil vrijwillig naastenliefde betonen, dus zonder dwang. Vooral een argument dat christenen gebruiken overigens. ( misschien kan orgaandonatie zo iets worden als VVB? In de meeste kerken geen onbekende, en ook zo vrijwillig)

De Christen Unie heeft tegen gestemd. De argumenten begrijp ik niet helemaal goed. Ook hier het argument van die vrijwillige naastenliefde. Daarnaast wordt als bezwaar genoemd dat (veel) mensen de keuze niet kunnen maken omdat zij laaggeletterd zijn, of geen toegang hebben tot internet. Of misschien wel wilsonbekwaam zijn. Deze bezwaren heb ik nog niet gehoord toen de belastingdienst besloot alles digitaal af te handelen. Of het UWV, of de SVB, of welke andere instantie ook. Bijzonder.

Ik begrijp al die ophef niet zo goed, en ik begrijp nog minder waarom mensen hun donorregistratie ongedaan maken, juist om deze wet.

Lang geleden heb ik, als daad van naastenliefde, me geregistreerd in het donorregister. Dit in overleg met allernaaste. Stel dat mijn organen ooit geschikt zou zijn voor donatie, dan wil ik hem niet opzadelen met de vraag om toestemming. Uit liefde voor mijn naaste(n) heb ik dit besloten. Ik zou donor willen zijn. Is mijn lichaam van mijzelf en ben ik de enige die daar over mag beschikken? In zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus belijd ik dat ik met lichaam en ziel eigendom ben van Christus. (oké, dit argument las ik in het ND)  Ik vraag me af wat Jezus zou doen…

Dé wet.. die zegt niet dat mijn lichaam aan de staat vervalt bij orgaandonatie. Die wet wil dat ik een keuze maak. En die keuze kenbaar maak. Zodat er meer duidelijkheid komt.

De kans om werkelijk donor te worden is overigens bijzonder klein, en zal, naar mijn mening, niet groter worden door deze wet. Om donor van organen te zijn, moet je hersendood zijn. Die situatie ontstaat bij fatale hersenbloedingen of bij dodelijke verkeersongelukken

Captain fantastic

Dit is de trailer van de film die we onlangs zagen. Aangekondigd als een komische film, bleek het toch (weer) een film te zijn die je aan het denken zet. Niets mis mee overigens. Vind ik.

Een film over een gedreven vader die zijn kinderen op een zeer bijzondere manier opvoedt. Als ik dit in de film had gezegd, was het commentaar geweest dat dit specifieker omschreven moest worden, dat deze omschrijving te vaag was…. Het gezin leeft in de wildernis van Amerika, in een eigen leefwereld. Ze leven grotendeels van wat ze in de natuur vinden. Naar school gaan de kinderen niet. Ze zijn overdag in de natuur bezig. ’s Avonds lezen ze boeken en praten en discussiëren. Een moeder is er niet. Niet fysiek aanwezig. Zij is al een tijd opgenomen in het ziekenhuis en sterft daar ook.
Dat is het einde van het rustige leven. Of de inzet naar het einde. Wat volgt is een reis door Amerika, op weg naar New Mexico, waar de moeder begraven zal worden. Onderweg gebeurt er natuurlijk van alles. Eenmaal aangekomen bij de begrafenis loopt een en ander wat uit de hand. Uiteindelijk komt alles wel weer in orde, al wordt de draad van het oude leven niet helemaal meer opgepakt.

De kinderen weten van alles en zijn intussen totaal “wereldvreemd”. Gemeten naar de maatstaven van het westerse ‘normale’ leven. Zij hebben zo totaal in hun eigen wereld geleefd dat er geen aansluiting is met anderen. De vraag is dan ook wat je je kinderen wilt meegeven en op welke manier. In alle liefde “regeert” deze vader over zijn kinderen en zet ze aan tot bijzondere fysieke prestaties.

We moesten lachen om een aantal scènes. Op andere momenten waren de beelden confronterend. Ontmaskerend: niet willen praten over de dood van de moeder, wel verslaafd aan computerspellen waar doden het hoofddoel is. Dit in het gezin van familie van de hoofdpersonen.

Bijzondere film! Eentje die je aan het denken zet over de waarden die je je kinderen mee wilt geven en op welke manier je dat doet.

Luisteren

luisteren-naar-kinderenDat luisteren moeilijk is, is geen nieuws. Horen wat de ander zegt is één ding. Begrijpen wat de ander zegt, (soms) een heel andere zaak. Daar dan nog goed op reageren, is weer iets anders.

Ik heb een soort haat/ liefde verhouding met klantenservices van instanties en bedrijven. Je hebt die diensten wel nodig. Bij de belastingdienst wordt in een gesprek al snel verwezen naar de website van deze dienst. Dat niet iedereen internet heeft, of begrijpt wat er staat, landt niet zo makkelijk. De sociale verzekeringsbank hanteert de regel dat er geen gesprek gevoerd mag worden zonder de betrokken klant erbij. Het centraal administratie kantoor officieel ook, maar niet iedere medewerker houdt zich aan deze regel.

Onlangs belde ik de klantenservice van een zorgverzekeraar. Ik moest voor een klant wat inlichtingen hebben.  Via de gemeente kunnen mensen met een (heel) laag inkomen een verzekering afsluiten die nogal wat voordeel kan opleveren. (niet zozeer veel voordeel, als wel verlichting van toch wel heel hoge zorgkosten)

Ik belde en moest gelijk kiezen of mijn vraag categorie 1 of 2 betrof. Dat wist ik nog. Ik kreeg een vrolijke dame aan de lijn en stelde mijn vraag:

  • “Welke acties moet ik ondernemen als ik die verzekering heb, en dat en dat bedrag graag op mijn rekening teruggestort wil hebben. Ik bel namens een klant.”

“Wilt u uw verzekeringsnummer even doorgeven, dan kan ik gerichter zoeken

  • “Ik bel namens een klant, ik heb geen nummer. Ik wil graag weten hoe ik dit bedrag, 400 euro,  terug gestort kan krijgen als ik deze verzekering heb”.

” O, dat weet ik zo niet. Vindt u het goed dat ik u even in de wacht zet, dan vraag ik het even na. ”

Ik werd in de wacht gezet en gelukkig was er (deze keer) geen muziek. Drie minuten later:

“Nou mevrouw, daar ben ik weer. Bedankt voor het wachten, ik heb het gevraagd en het maximum bedrag is 400,- euro.”

  • ————-

“Dat was toch uw vraag?

  • “Nou nee…. en ik stelde de vraag nog een keer.”

“O…… nou, dat kunt u via onze website doen. (maar ja, degene voor wie ik belde heeft geen internet).
U kunt het ook per post doen, naar dit adres. Of met onze speciale app. Maar dat zal het wel niet worden hè, zonder internet.”

kijk aan, oefening baart kunst!

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén