Vandaag ben ik 66 jaar geworden. De enveloppe met aanvraag voor AOW en pensioen is de deur uit. Die hoop ik over vier maanden te ontvangen. Dan ben ik 66 jaar en vier maanden.
Mijn oma, naar wie ik genoemd ben, overleed eind juni 1966, een paar dagen na mijn verjaardag. Ze was 66 jaar en vier maanden. Ze was toen al maanden ziek. Het was een lange tijd van ziekzijn, en een groot deel daarvan was zij in ons gezin, waar mijn moeder voor haar zorgde. (mijn opa werkte toen nog) Uiteindelijk is mijn oma in het ziekenhuis overleden, thuisverzorging was niet meer mogelijk. Het was een erg zwaar ziek- en sterfbed. Onlangs kwam ik op twitter weer eens tegen dat mensen ‘recht’ hebben op een waardig sterfbed. En iedere keer vraag ik me af hoe waardig en sterven op een goede manier met elkaar te verbinden zijn.
Toen mijn oma stierf was ik twaalf, de oudste van vijf kinderen. Ik heb nog vage herinneringen aan die tijd, aan de ziekte van mijn oma, aan de geur van die ziekte. De naam van de ziekte werd niet genoemd. Wij kregen in die tijd telefoon, wat ik toen best spannend vond. Er kwam een echte wasmachine, in plaats van de ouderwetse die we eerder hadden. Die wasmachine werd veel gebruikt. Het was een bijzondere tijd, een donkere tijd.
Mijn moeder was nog erg jong toen haar moeder stierf. Inmiddels is ze bijna negentig jaar. Wij mogen al heel wat meer jaren van een moeder genieten dan zij kon. Vanmorgen gingen we bij haar op de koffie, voor mijn verjaardag. Fijn dat dat kan. Als verrassing kreeg ik een fotoalbum mee in bruikleen. Het album met de foto’s die mijn vader tijdens zijn dienstplicht in Indië gemaakt heeft. Natuurlijk heb ik deze foto’s vaker gezien. Ze waren een tijdje onvindbaar, en nu hervonden. Ik ga ze nog eens goed bekijken. Het is jammer dat er geen verhalen bij staan en dat we weinig over deze tijd gehoord hebben, of misschien ook wel niet echt over doorgevraagd hebben. Ik doe het maar met de beelden, ook daar ben ik al blij mee!