Gehoord, gezien, gelezen en gedacht

Maand: januari 2021

Zondag

Je bent negentig en woont nog geheel zelfstandig en kunt ook je zaken zelf nog ordenen en regelen. Dan komt corona en je wereld wordt kleiner, je krijgt minder bezoek. Ook dat is te overleven en min of meer te overzien. Maar dan, op een dag kom je te vallen. Gelukkig heb je een alarmering voor de thuiszorg en lijkt het mee te vallen. De volgende dag komt de huisarts. Voor de zekerheid. Geen gebroken heup, zo is de conclusie na onderzoek. (thuis)

Je moddert wat door, al lijkt het er op dat het lopen lastiger wordt. Nog maar even afwachten. Dan, na een paar dagen, val je nog een keer, en weer is de thuiszorg de redding, en lig je weer veilig in je bed. Je merkt dat je niet meer op je voeten kunt staan. De volgende ochtend komt de thuiszorg opnieuw, en degene die dan komt om de steunkousen aan te doen, merkt dat bewegen nu wel erg moeizaam gaat. Ze pakt door, belt de huisartsenpost, want het is zondag. En ze belt mij, ik ben contactpersoon.

Ik moet nog wel een half uur rijden voordat ik er ben, en gelukkig is het erg rustig op de weg. Als ik er ben, gaat de thuiszorgmevrouw snel weg, haar route van deze ochtend is al een half uur uitgelopen. Dank voor het wachten! Ik maak een ontbijt, en we wachten op de dingen die gebeuren. De dienstdoende huisarts komt, ze onderzoekt en kijkt en besluit te overleggen met een neuroloog. Deze vindt het toch wel een goed idee om mijn moeder, over wie het heb, te laten onderzoeken. Een ambulance wordt geregeld, want met mijn auto vervoeren gaat echt niet lukken, bewegen is het probleem. De ambulancebroeder vertelt me waar ik in het ziekenhuis moet zijn en voegt me toe: voorzichtig rijden hè!

Ik rij met mijn eigen auto naar het ziekenhuis. En dan begint het lange wachten. Er wordt een scan gemaakt, niets op te zien. In het bloedonderzoek zijn geen grote afwijkingen te zien. Urine onderzoek evenmin. Longfoto is goed. Kortom, er is niets aanwijsbaars te vinden. Geriater wordt ingeschakeld, ook zij weet geen nieuwe gezichtspunten.

Wat nu? In principe is er geen reden om in het ziekenhuis te moeten blijven. Mijn moeder wil het liefste naar haar eigen huis en eigen bed. Weer een nacht alleen blijven vind ik onverantwoord en ik besluit dan te blijven slapen, al vraag ik me af hoe we het kunnen redden, zo samen, zonder medische hulpmiddelen. Een ziekenhuis opname op deze leeftijd is echter ook geen feestje. Met daarbij het risico van een corona besmetting… wat is wijsheid? Inmiddels is het dan al een uur of vijf en zitten we al een aantal uren in onze kamer. Verplicht met mondkapje op. Deze keer een medische… mijn eigen was niet goed genoeg. 🙂 Uiteindelijk bedenken mijn moeder en ik, dat naar haar huis gaan het minst slechte is. Dan zien we morgen wel verder, want op deze manier komt moeder niet verder.

Dan komt de assistent arts, die ons al de hele middag begeleid heeft binnen. Hij zegt nogmaals het een bijzonder geheel te vinden, geen enkele aanwijzing voor iets concreets en toch veel problemen. Zijn idee is: laten we alsnog toch een foto maken van de heup. Wie weet…. hij heeft  het idee dat er iets niet klopt. Eerder heeft  hij al gezegd dat hij een dergelijke situatie zeer interessant vindt. De foto wordt gemaakt, en we wachten weer. De hele middag heb ik app contact met broer en zussen. Superfijn dat dat kan!

Even later komt de arts terug….. surprise: de heup is toch gebroken. Het plaatje verandert op slag. Opname is noodzakelijk, en als het allemaal lukt, morgen operatie. Dan hopelijk revalidatie. De arts gaat nog in gesprek over wat te doen bij calamiteiten. Moeilijk dat dat moet, al is het ook goed dat ernaar gevraagd wordt. Dit is een onderwerp dat eerder bij ons aan de orde is, dus het is wel duidelijk hoe er gedacht en gevoeld wordt.

Mijn moeder gaat naar haar afdeling, ik naar haar huis om wat spullen op te halen. Ik breng ze nog naar haar afdeling. Gelukkig is er nog brood, behalve een klein ontbijt heeft moeder niets gegeten of gedronken. Zo op het oog ondergaat ze alles gelaten.

Ik laat haar achter en rijd naar huis. Mijn hoofd is vol, mijn maag leeg. Thuis wacht mijn allernaaste, met koffie en eten. Een intensieve dag, en ik denk dat er een intensieve tijd gaat volgen.

Zo’n dag

Zo’n dag die er is, waar van alles gedaan kan worden en niet veel uit je handen komt. Zo’n dag als vandaag dus. De dagen sudderen voorbij. De ene dag heb je plezier, een andere dag word je bang van de dingen die gebeuren, of van de dingen die vooral niet gebeuren. Die we nalaten, zoals zorg voor mensen en klimaat. Klein en machteloos voel ik me dan, het voelt verlammend, blijf maar zitten waar je zit. In de grote wereld gebeurt teveel.

Maar ook in de kleine wereld gebeurt van alles. Vorige week gebeurde er voor mijn ogen een ernstig ongeluk. Ik stond erbij en ik keek ernaar. Belde 112. Later in de week is het slachtoffer overleden. Verdriet voor familie. Hoe kwetsbaar kan een leven zijn. Een lieve kerkzus kreeg te horen dat haar conditie waarschijnlijk niet veel beter wordt dan zoals het nu is. De gevolgen van corona… En zo is er no wel meer om over na te denken. Ik vind het lastig allemaal. Ik doe alsof ik de hele wereld op m’n schouders moet nemen. Natuurlijk is dat onmogelijk, gelukkig maar. Behalve ‘zorgen maken’ maak ik me druk.

Ik maak me druk over mensen die in de supermarkt hun karretje precies voor het schap zetten waaruit ik iets nodig heb. En waarom gaat iedereen op dezelfde tijd als ik boodschappen doen? Waarom heb ik weer de verkeerde kassa gekozen? O ja, dit is die aardige kassamevrouw, daarom duurt het wat langer… ze zegt tegen de klant die nu aan de beurt is, dat die roerbakgroenten deze week 1+1 gratis is, dus mevrouw kan er beter nog maar een zak bij gaan halen. De mevrouw zegt dat ze alleen is, dus niets aan twee zakken groenten  heeft. Ze denkt nog even na, en ik bemoei me er maar even mee en zeg: maak er soep van en doe dat in de vriezer. Tien punten voor deze tip. (dus er wordt inderdaad nog een zak groenten opgehaald)

Bij de drogist in ons enorme winkelcentrum staan manden met afgeprijsde artikelen. Even bij snuffelen. Ik zie deze fles die ik niet achter kan laten: “Put your hands up”.

Ach ja, denk ik, dat is het natuurlijk wel, je handen ophouden. Niet om maar af te wachten wat er in valt, wel om te zien wat er al in ligt. Om na te denken Wie geeft, na te denken over Wie er wel is en zal blijven. Omdat Hij dat heeft beloofd. Ik moet zeggen dat ik het best vaak lastig vind om me dat te blijven realiseren. En soms is het gewoon weg.

Tot ik een aardige caissière tref, die haar klanten op voordeel wijst, of een fles met leuk opschrift tref. Ogen en oren open, er is meer te beleven dan ik vaak denk.

Tot slot, zoals meestal, een mooi lied. Weliswaar een adventslied. Verwachtingsvol naar kerst. Afgelopen zondag hoorden we in de preek dat we in verwachting zijn van grootse wonderen. Laten we daarvoor onze handen en harten openen! (ps. ik mag de trotse moeder van de zanger zijn)

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén