Ik loop even naar boven, naar de kamer waar mijn aanwinsten liggen. Ik schuif een shirtje bij een rok, een vest erover, bekijk nog eens mijn nieuwe broek en bijpassend shirt en voel me weer blij. Na veel geaarzel besloot ik deze week een afspraak te maken bij een kledingzaak in Deventer, waar ik al heel vaak samen met jongste zus binnenwandelde en nooit iets kocht. Gisteren had ik winkeltijd, een uur. Langer was ook geen probleem, er kwam niemand na mij. Ik paste en paste, wikte en woog en ging me te buiten aan een uitgebreide garderobe. Anderhalf uur later verliet ik de zaak met een grote tas en glimlach.

Het was te mooi weer en Deventer is té leuk om gelijk weer de trein in te stappen. Ik liep wat rond, hoorde een paar vrouwen zeggen dat ze het winkelen zo misten. Ik kon het niet laten te zeggen dat ik het ook miste. Terwijl ik met een grote tas in mijn handen liep… ik heb ze maar naar “mijn”winkel verwezen. Geen idee of het effect had.

Ik draalde wat voor een boekwinkel, een antiquariaat. Plots stond de eigenaar voor me. Met een grijns op z’n gezicht zei hij: “Mevrouw, u weet toch nog wel dat u me om tien uur gebeld hebt? We hadden een heel leuk gesprek en nu mag u de winkel binnen komen hoor!” Er ontspon zich een bijzonder gesprek, ik kreeg de etalagetekst uitgelegd, hoorde de corona-frustraties en vertrok, zonder boek.

Het is grappig, normaal kom je om te shoppen, nu kon dat niet. Daardoor lette ik veel meer op de huizen en straatjes. De schoonheid van Deventer viel me weer op. Ik liep naar de IJssel en vond een leeg bankje. Geen zee, wel water. Een mevrouw vroeg me of ik bekend was in Deventer. Nou nee, zo bekend ben ik niet. Zij kwam uit Twente,  vertelde ze. En ze was het wandelen in eigen omgeving helemaal zat en wilde met haar partner, nee echt niet haar man, die had ze niet meer, een dagje wat anders doen.

Ik bekende dat ik daar ook woon. Ha, dat gaf herkenning! “Bij ons zijn de mensen veel aardiger”, vond ze. Ze noemde wat voorbeelden. Waarna ik mijn boekwinkelverhaal vertelde. Er volgden van haar kant nog wat ontboezemingen uit haar eigen leven.

Dat “bij ons” vond ik wel bijzonder. We hebben het over ongeveer een uur autorijden en ik vraag me af of cultuurverschillen dan zo opvallend zijn. Of eigenlijk weet ik het wel.

Het blijft een rare manier van winkelen zo. Het viel me op dat in dit stadscentrum meer te doen was dan in ons eigen centrum. De winkeliers die ik sprak probeerden met humor de moed erin te houden. Al klonk ook wel: het is eigenlijk niet zo uit te leggen, supermarkten open, zogenaamde essentiële drogisterijen geopend, en bij ons dit. Ik snap het helemaal.

Het was heerlijk om weer even te shoppen en ergens anders te zijn. In de trein was het erg rustig. Thuisgekomen showde ik mijn aankopen. Ze werden van harte goedgekeurd. (voorzover ik die goedkeuring nodig heb :-))