Gisterochtend begon de dienst met deze psalm. (dit is nog een opname uit coronatijd, de rechter zanger is een van onze zonen). Het was heerlijk om de dienst zo te beginnen! Al is het dan jammer dat we een monumenten kerk hebben, met banken die er niet uit kunnen en mogen. En als die banken er uit zouden zijn…. zouden we dan durven dansen?
Gisteren was het wezenzondag en moederdag. Wezenzondag, de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren. De naam is ontleend aan Johannes 14: 18, waar Jezus zegt dat de discipelen niet als wezen achtergelaten worden. We mogen uitzien naar Pinksteren. Moederdag: er werd gedankt voor moeders, gebeden om de troost die God als moeder geeft. Voor verlies en verdriet die op moederdag soms extra schrijnen.
We luisterden naar een preek over Ezechiël 37, het bekende hoofdstuk over het dal voor dode beenderen. Doder en droeviger dan dat kan iets niet zijn. Ezechiël ziet dit alles. God greep hem en hij werd in een dal met doodsbeenderen gezet. De Heer vraagt hem dan of deze beenderen weer tot leven kunnen komen. Ezechiël antwoordde: HEER, dat weet U alleen.
En zo is het ook. Al willen wij zo graag achter Gods bedoelingen kunnen kijken, en het liefst nog een goede raad aan God geven, hoe dingen zouden moeten, in onze ogen. Het tegen God zeggen: HEER, dat weet U alleen, is best moeilijk. Mooi om dit te oefenen tijdens de kerkdienst: hardop samen uitspreken: Heer, U weet het!
Wat er ook gebeurt, of juist niet gebeurt, terwijl je het zo graag wilt, loslaten en aan God overlaten is soms best moeilijk. Ik heb dan de neiging om alleen te focussen op dat wat verdriet oplevert en te “vergeten” wat er wel mooi is. Of dat wat wel mooi en goed is raakt ondergesneeuwd door de moeilijke dingen.
Ook gisteren las ik dit boekje uit. De schrijfster, Margriet van der Kooi is geestelijk verzorger geweest in verschillende ziekenhuizen. Nu is ze “hart- en zielzorger” lees ik op de achterflap van dit boekje. (ik hoor de schrijfster ook regelmatig bij de podcast Eerst dit. Tijdens het lezen hoorde ik haar als het ware voorlezen.)
Oog hebben voor liefde en hoop is de ondertitel. En dat is ook precies wat dit boekje doet. In een aantal korte hoofdstukken beschrijft ze mooie situaties Situaties die op het eerste gezicht normaal zijn. Een beetje inzoomen laat zien dat dit niet zo is.
Oog en oor voor anderen, een stap meelopen, net even voorbij een protocol gaan, gebeurtenissen om goed naar te kijken en dankbaar voor te zijn.
Aan het eind van het boekje benoemt ze ook wat de kerk hierin kan zijn en doen. De kerk als vindplaats van geloof hoop liefde en goedheid. Voor mij mooie eye-openers in goed nederlands. Bemoedigend en opbeurend.