Een van de weinige voordelen van dit warme weer is, dat binnen zitten het enige is wat haalbaar is. Binnen zitten met een boek is geen straf voor mij. In de afgelopen dagen las ik het boek “De Keuze” geschreven door Edith Eva Eger. Een boek waar al veel over geschreven is, wat al een tijd in mijn kast stond.
Het boek vertelt de levensgeschiedenis van Edith. Geboren in wat nu Tsjechië is, en wat destijds Hongarije was. Ze wordt geboren in een Hongaars Joods gezin. Ze heeft twee oudere zussen. De oudste zus is een muzikaal wonderkind, zij speelt viool. De andere zus speelt piano en is een erg mooi meisje om te zien. Edith zelf is een talent op het gebied van dansen en turnen. Ze moet het niet van haar schoonheid hebben, zo heeft haar moeder haar ingeprent, wel van haar hersens. Een andere les van haar moeder is: “Onthoud dat niemand dat wat je in je eigen gedachten hebt van je af kan pakken”. Vooral deze laatste zin is een zin die een rode draad in het leven van Edith is.
Als ze zestien is wordt zij, samen met een van haar zussen en haar ouders naar Auschwitz getransporteerd. Haar ouders worden direct na aankomst vergast, zij en haar zus Magda overleven het kamp en de oorlog. Uiteindelijk blijkt dat haar zus Klara de oorlog ook overleefd heeft.
In het boek vertelt Edith over haar leven. Haast summier wordt de ellende uit het kamp en de tijd daarna beschreven. Want de ellende is niet voorbij na de bevrijding. Anti- semitisme en vreemdelingen haat zijn niet verdwenen. Bovendien heeft ze om te gaan met de spoken uit de kamp tijd en is haar fysieke gesteldheid erg slecht. Tijdens haar opname in een tbc ziekenhuis ( en we hebben het hier wel over de tijd vóór de antibiotica) ontmoet ze een man waar ze uiteindelijk mee trouwt.
Ze maken plannen om naar Israël te emigreren. Die plannen gaan op het allerlaatste moment niet door omdat Edith het niet aandurft. Ze heeft net een oorlog overleefd en ziet het niet zitten om in een volgende terecht te komen..
Ze emigreren naar Amerika en ze hebben het daar in het begin erg moeilijk. Ze zijn “buitenlanders” en worden moeizaam geaccepteerd. Na een aantal jaren gaat dit beter. Haar man wordt accountant, zij zelf studeert, als haar drie kinderen al wat groter zijn, psychologie. Uiteindelijk krijgt ze een bloeiende praktijk en veel prijzen voor haar werk. Dit boek heeft ze op haar 90e geschreven.
Het is niet alleen het levensverhaal dat het boek boeiend maakt. Ze vertelt veel verhalen uit haar praktijk, die mixt ze met haar eigen gevoelens en gedachten. Vooral de manier waarop zij met lijden omgaat, de gedachte dat je een keuze hebt, maakt het -voor mij iig- zeer lezenswaard.
Het gaat over slachtoffer zijn, het gaat over vergeven, het gaat over je eigen rol in situaties. Leerzaam, confronterend, tot nadenken stemmend.
Deze vond ik bijzonder en mooi:
Vergeven is rouwen- om wat er is gebeurd, om wat er niet is gebeurd- en de hoop op een ander verleden opgeven.
Geef een reactie