“Ik ben in mijn leeftijd gegroeid”, zei ze tegen mij. “Ik kon zoveel nog en nu de laatste tijd niet meer, steeds minder, nu klopt mijn leeftijd met wat ik nog kan.” Het klopt wat ze zegt. De leeftijd, lees ouderdom, laat zich op allerlei manieren gelden. Moeilijk om aan te zien, nog moeilijker om zo te leven. (denk ik) Zo leven wordt steeds meer een opgave in plaats van een gave. Een opdracht die je te doen hebt. We staan erbij, kijken ernaar en helpen zoveel als mogelijk is.

“Wij zijn het KWF en we zijn tégen kanker en voor het leven”, schalt  het uit de radio. Ik vraag me af of ik dit nu echt goed gehoord heb en zoek het nog eens na op internet. Jawel, het wordt echt gezegd en geschreven, wij zijn tegen kanker. Hoe dan? Ooit iemand gezien die vóór kanker is en het ook nog meent? Wij zijn tegen kanker, het klinkt zo maakbaar. Als er maar genoeg geld gegeven wordt verdwijnt het “vanzelf”.

Of wat te denken van een “keuzehulp levenseinde” waar ik wat over las op de website van de NPV.: ik moet nadenken over mijn levenseinde, en daar goede keuzes over maken. (heel eerlijk gezegd heb ik de pagina vluchtig bekeken, niet uit angst, meer uit ongenoegen) Ik loop tegen het maakbare/planbare op, al zal de NPV, gezien hun achtergrond, het ongetwijfeld anders bedoelen dan dat ik het interpreteer.

Kanker, een gruwel. Een gruwel die, tot nu toe, niet heel erg aanwezig was in ons leven. (mijn oma is er aan overleden, dat herinner ik me nog wel al te goed) Nu is deze ziekte niet in òns leven gekomen, wel in onze (kerk)gemeente. Heftig, meerdere mensen tegelijk. Verschillende mensen, met verschillende vooruitzichten.

Ik vraag me af of er woorden te vinden zijn voor het enorme verdriet dat huizen binnengeslopen is. Wat kun je zeggen zonder de plank mis te slaan? Die arm om een schouder, die schouder om op uit te huilen, het mag (nog) niet. Het voelt zo machteloos.

Behalve in je leeftijd groeien, kun je er ook uit groeien. Als het niet meer klopt wat je meemaakt, als het té groots en heftig is, teveel voor jouw leeftijd, dan groei je er uit. Ook dat maken we (indirect) mee. Donkerheid en verdriet. Het is er en zal blijven. Maar het komt goed! Ooit!