Het bijbelboek Openbaring vind ik een moeilijk boek, ook al heb ik er veel over mogen leren tijdens mijn opleiding Kerkelijk werk in Zwolle. Als je een docent hebt die op dit boek gepromoveerd is, is dat niet zo vreemd. Toch blijf ik het een lastig/ moeilijk boek vinden. Vooral in tijden waarin de ene na de andere oorlog uitbarst en natuurrampen al bijna geen nieuws meer zijn. Wat betekent dit alles?

Aflopen zondag lazen we enkele delen uit de Openbaring. Eerst uit hoofdstuk 8, over zes bazuinen. Heftige dingen worden daar beschreven. Een engel blaast op een bazuin en dan gebeurt er van alles. Een derde deel van de aarde brandt af en een derde deel van het groen. Nog een engel met een bazuin en het water wordt bitter als alsem. Er wordt een berg waar de vlammen uitslaan, in de zee gegooid.

Daarna lazen we uit hoofdstuk 9 vers 20 en 21, waar staat dat de mensen die deze plagen overleefden hun eigen goden bleven volgen. Ze braken niet met hun slechte leven.

De preek ging over Openbaring 14 vers 6 en 7:
Toen zag ik opnieuw een engel, die hoog in de lucht vloog. Hij had een eeuwig evangelie, dat hij bekend moest maken aan de mensen op aarde, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. 7Luid riep hij: ‘Heb ontzag voor God en geef Hem eer, want nu is de tijd gekomen dat Hij zijn oordeel zal vellen. Aanbid Hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft.’

Tja, wat betekent dit nu allemaal? En wat voor beelden hebben wij, heb ik, bij deze teksten? Natuurlijk heb ik over al die plagen gelezen, uit hoofdstuk 8. Het leek me iets abstracts, woorden zonder echte beelden, gevoelens. Tot in de preek gezegd werd: de regenwouden worden gekapt, bomen verdwijnen in grote aantallen. We horen over vulkaanuitbarstingen, over aardbevingen. We vervuilen het water, de oceanen zijn bezaaid met plastic, door overbevissing raken de zeeën leeg. Allemaal acties van onszelf. Maar door deze acties is er al heel veel groen verdwenen, water ondrinkbaar geworden. Dat wat voorzegd werd gebeurt. En het gebeurt omdat wij mensen zo hechten aan veel. Het is wrang om te bedenken in andere delen van de wereld veel schade ontstaat omdat wij hier in het westen zoveel spullen en voedsel “nodig” hebben….

Deze uitleg kwam wel binnen! Bijzonder ook wel om die beide verzen uit hoofdstuk 14 te lezen: aanbid Hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft. God die alles maakte, zo luidt een kinderliedje, dat eindigt met: zorgt ook voor mij. Dat God zorgt staat vast en er valt niets uit zijn hand, al is dat soms moeilijk te geloven. Niet voor niets staat dit zo in de bijbel, is dit aan ons gegeven. Dat God alles geschapen heeft, dat wij voor de schepping mogen zorgen. Dat dat op een rechtvaardige manier moet. Nadenken over wat je koopt, wat je eet, hoe je reist. Werk aan de winkel en tegelijkertijd rust vinden bij God.

Ik vind het soms wel makkelijk om soms de kop in het zand te steken en niet te hoeven zien en denken. En dan ineens word je weer geconfronteerd met veel dingen tegelijk. Zoals deze preek. Overigens hier terug te kijken: https://www.youtube.com/watch?v=eyqXQndQ8RU  Aan het einde van de dienst zongen we een lied van Sela: een toekomst vol van hoop. Fijn om hiermee de kerk  uit en de week in te gaan.

In deze afgelopen week waren we in het Rijksmuseum Twente. Daar is een tentoonstelling met de titel: Van wie is het (platte) land? We zien allerlei ontwikkelingen in het platteland. Oorspronkelijk bedacht en aangeprezen als vooruitgang. Inmiddels kantelt dat beeld. Het is een zeer afwisselende tentoonstelling, met schilderijen, beelden, verhalen, stellages. Schokkend af en toe. Schokkend om ook hier te zien hoe de mens de aarde niet alleen gebruikt maar ook misbruikt en uitput.

<– een van de stellages die te zien zijn.