orgaandonatie De afgelopen dagen was het onderwerp orgaandonatie hot. Het is een onderwerp dat me bezig houdt. Als IC verpleegkundige heb ik diverse keren de stress en hectiek meegemaakt die een donatie met zich mee brengt. De vraag die gesteld moet worden aan familie, die binnenkort nabestaande is. De nauwkeurigheid en empathie waarmee die vraag (doorgaans) gesteld wordt. De verbijstering bij de familie. Vaak voelde een familie zich machteloos om te oordelen of toestemming te geven. “Daar hebben we het nooit over gehad, ik weet niet wat mijn man zou willen. Bij twijfel niet inhalen, toch? Nee, we vinden het niet goed”.

Zo logisch en voorstelbaar. En zo jammer.

Afgelopen week is het wetsvoorstel voor Algemene Donor Registratie aangenomen in de Tweede Kamer. Of het de Eerste Kamer overleeft is nog zeer de vraag. Er is (dus) veel geschreeuw, gedoe en principaliteit, die misschien niet eens nodig is.

Ik las, vooral op Facebook, veel meningen en veel gedoe.  Vaak wordt er gezegd dat door deze wet, je lichaam aan de staat toevalt bij overlijden. “De staat”, wie of wat dan ook is, mag mijn lichaam niet hebben, want daar ga ik zelf over, is de gedachte. Of er wordt gezegd dat “ik dit principieel niet mag van mijn geloof”.  Ik lees verhalen over dromen van mensen bij wie levend organen verwijderd worden, dit dan als uitvloeisel van deze wet. Of er wordt gezegd dat donatie een daad van naastenliefde is, en ik wil vrijwillig naastenliefde betonen, dus zonder dwang. Vooral een argument dat christenen gebruiken overigens. ( misschien kan orgaandonatie zo iets worden als VVB? In de meeste kerken geen onbekende, en ook zo vrijwillig)

De Christen Unie heeft tegen gestemd. De argumenten begrijp ik niet helemaal goed. Ook hier het argument van die vrijwillige naastenliefde. Daarnaast wordt als bezwaar genoemd dat (veel) mensen de keuze niet kunnen maken omdat zij laaggeletterd zijn, of geen toegang hebben tot internet. Of misschien wel wilsonbekwaam zijn. Deze bezwaren heb ik nog niet gehoord toen de belastingdienst besloot alles digitaal af te handelen. Of het UWV, of de SVB, of welke andere instantie ook. Bijzonder.

Ik begrijp al die ophef niet zo goed, en ik begrijp nog minder waarom mensen hun donorregistratie ongedaan maken, juist om deze wet.

Lang geleden heb ik, als daad van naastenliefde, me geregistreerd in het donorregister. Dit in overleg met allernaaste. Stel dat mijn organen ooit geschikt zou zijn voor donatie, dan wil ik hem niet opzadelen met de vraag om toestemming. Uit liefde voor mijn naaste(n) heb ik dit besloten. Ik zou donor willen zijn. Is mijn lichaam van mijzelf en ben ik de enige die daar over mag beschikken? In zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus belijd ik dat ik met lichaam en ziel eigendom ben van Christus. (oké, dit argument las ik in het ND)  Ik vraag me af wat Jezus zou doen…

Dé wet.. die zegt niet dat mijn lichaam aan de staat vervalt bij orgaandonatie. Die wet wil dat ik een keuze maak. En die keuze kenbaar maak. Zodat er meer duidelijkheid komt.

De kans om werkelijk donor te worden is overigens bijzonder klein, en zal, naar mijn mening, niet groter worden door deze wet. Om donor van organen te zijn, moet je hersendood zijn. Die situatie ontstaat bij fatale hersenbloedingen of bij dodelijke verkeersongelukken