Vanmorgen zaten we al bijtijds in de trein, op weg naar Amsterdam. Volgende poging om het Rijksmuseum te bereiken. Het was de eerste kennismaking met de nieuwe dienstregeling van de NS. Tjonge, wat een achteruitgang, die dienstregeling. Langere reistijd, door meer tijd bij de overstapplaatsen.

Het was rustig in de trein, en daardoor mochten we meegenieten van een telefoongesprek tussen een moeder en een dochter. Dochter had, zo te horen, een smoes nodig om zich ergens voor af te melden. Het advies van de moeder luidde: “Zeg maar gewoon dat je vrouwenprobleem is losgebarsten en dat je daarom niet komt. Daar snapt die man toch niets van en dat accepteert hij vast wel. En dan morgen weer gewoon gaan”. Dat knalde lekker door de coupé, en een ieder lag in een deuk. Moeders zat met rode wangen…..

Renovatie-Rijksmuseum

In Amsterdam aangekomen liepen we naar het Rijksmuseum. Leuke wandeling door een natte, en waarschijnlijk daardoor rustige stad. Wat een mooi museum is het! Ooit was ik er weleens geweest, met een schoolreisje, geloof ik. Toen had ik ook de Nachtwacht gezien, maar ik kan me daar niet veel  meer van herinneren. Het was als nieuw voor me.

En het is bijna niet te vertellen, eerlijk gezegd. Zoveel indrukken, zoveel kleuren, schilderijen, verschillende beelden op die schilderijen. Zoveel mensen die rondliepen, hoewel het een rustige dag was. Leuk om te horen dat mensen elkaar ontmoeten en aanspreken omdat ze de dialecten herkennen.

janbijnachtwacht

De collectie schilderijen is geweldig mooi,  het gebouw eveneens. Het is op zich al een kunstwerk. Jammergenoeg is rijksmuseumgalerij het museum maar tot vijf uur geopend. We hebben het meeste wel   gezien, maar het laatste deel in sneltreinvaart. We verbaasden ons over de hoeveelheid suppoosten en wat hun werk was. Naast de Nachtwacht stonden er twee opgesteld. Wie bekeek nu wie, zat ik me af te vragen.

De suppoosten waakten angstvallig over de kunstwerken. Ik stond iets te dicht bij een schilderij en ik werd streng vermaand toch verder van het schilderij af te gaan staan, niet dichter bij dan 30 centimeter. Een volgende keer toch maar een centimeter meenemen…

In de museumshop (vol met prullaria tegen hoge prijzen) kochten we een museumgids. Toen we eindelijk weer in een soort van sneltrein zaten, konden we daarin goed bekijken wat we allemaal gezien hadden!