Afgelopen zondag was de laatste zondag van het kerkelijke jaar. Dat betekent in ieder geval dat het aanstaande zondag alweer de eerste adventszondag is.

Het is vaak de gewoonte om op die laatste zondag de namen van de mensen die in het afgelopen jaar gestorven zijn te noemen. Gedenk hen die hier niet meer zijn. Het Nederlands Dagblad had vorige donderdag een mooie bijdrage: in memoriam. Daarin foto’s en namen van ongeveer honderd mensen. Over ieder van hen stond wat geschreven. Bij de een een regel of tien, bij de ander een halve pagina.

Afgelopen zondag waren we elders, zoals al geschreven. De middag dienst die we bijwoonden had als thema: in herinnering. Het was een vriendendienst. We konden het specifieke van die vriendendienst niet zo goed ontdekken. Wel was het een heel mooie dienst. Op iedere plek lag een kaartje, waar je een naam op mocht schrijven van de persoon aan wie je dacht. Er was stilte, om te gedenken. Er waren mooie liederen, liederen om te zingen en naar te luisteren. Er was een overdenking. Over troosten en verdriet. Hoe troost je? Het is ongelooflijk hoeveel manieren van on-troosten er zijn. We kregen een aantal voorgeschoteld. Herkenbare woorden. Het ging niet alleen over het verlies van geliefden, ook over andere vormen van verdriet en verlies. Zoals het verlies van dromen. Dromen die zo wreed verstoord kunnen worden door de dagelijkse realiteit. Goed dat ook die dingen genoemd werden. Goed om ook daar bij stil te staan.

Waar wij zelf stil bij stonden? Onze vaders. Hun sterven was een einde aan hun lijden. In zekere zin een opluchting, en bevrijding. Uiteraard kwam Emma in onze gedachten en hart. Herinneringen aan haar hebben we niet. Tenminste geen levende herinneringen. Leven mag ze wel. Dat troost, en tegelijkertijd blijft de vraag: hoe zou ze geworden zijn? Zou ze net zo’n mooi meisje zijn als Floor nu is?