Als ik in de spiegel kijk, zie ik een winterhoofd: vaal, grauw, moe. Het lijkt wel of ik er in een korte tijd veel rimpels bijgefabriceerd heb. k ben moe en heb geen zin in de dag, al is het een vrije dag. Ik hoor vogels zingen en besluit nog de radio nog maar niet aan te doen, zoals bij mijn rituelen hoort. Ik word blij van de vogelgeluiden. Nog even en het wordt toch lente!

Ik ga naar de stad, op zoek naar? Loop winkel in en uit. Overal is nog uitverkoop, maar in winterkleren en kleuren heb ik geen zin meer, hoe goedkoop de spullen ook lijken. Drie halen een betalen, bijvoorbeeld. Toch is dat duur als je niets nodig hebt. De nieuwe voorjaarskleren hangen al weer in de rekken. Nog te vroeg, vind ik, ik kan nog niet bedenken wat ik leuk vind. Zo’n broek met bloemen? Wel erg leuk, maar kan dat nog, zo bij dat grijze haar van mij?

Zo sudder ik nog een poosje verder. Koop uiteindelijk niets (goed gedaan meisje) en ga naar huis. Gewoon verder gaan met de huishoudelijke dingetjes, nog wat voor mijn werk schrijven. De dag is alweer voorbij gegaan, waarom gaat de tijd wel snel, en duurt het nog zolang voor het lente wordt?