Grenzen, een spannend onderwerp.

Hoeveel ruimte heb jij, hoeveel ruimte heeft de ander? Als ik iemand iets weiger, doe ik hem/ haar dan tekort? Of voelt een ander zich dan afgewezen? Moet ik onmiddellijk op ieder berichtje, iedere vraag reageren? (en waarom reageer ik dan eigenlijk?) Ben ik zelf bang afgewezen te worden?

Enne, het is toch ook christelijk om om een ander te geven en voor een ander te zorgen? Maar waar eindigt meeleven en waar begint pleasen? En ga je over je eigen grens als je iets doet waar je niet veel zin in hebt? Zoiets als ‘zelfverloochening’. (en ik heb het hier niet over grensoverschrijdende fysieke dingen)

Of doe je alleen die dingen die je echt leuk vindt?

Over deze onderwerpen kun je eindeloos doorpraten en doordenken. Dat gebeurt dan ook. Afgelopen week kwam het aan de orde in een gesprek, in mijn werksituatie.  Het ging over de redenen waarom je dingen doet. Soms zit daar inderdaad angst voor afwijzing onder. Maar, als je het altijd iedereen naar de zin probeert te maken, weet je dan nog wie je zelf bent? Wat jouw wensen zijn, jouw verlangens. En, niet onbelangrijk: kun je die wensen kenbaar maken? Het was een boeiend gesprek, vond ik.

Gistermiddag had ik mijn oma-petje op. Ik mocht de kinderen uit school halen. Vrolijk kwamen ze de school uit. En vrolijk zaten ze in de auto.  Het was geweldig mooi weer, twee kleinzonen gingen buiten spelen. Kleindochter (5) was binnen bezig met het bouwen van sprookjespaleizen. Een precies klusje wat alle aandacht verdient.

Ik probeerde een gesprekje te voeren, met de geijkte vragen hoe het op school was die dag, en wat ze beleefd had. Haar antwoord was helder: “Oma, nu niet hoor, ik wil niet praten, ik ben bezig”.

Meer lezen over het onderwerp grenzen: “Grenzen” geschreven door Henry Cloud en John Townsend. En een recenter boek, geschreven door Michelle van Dusseldorp en Carianne Ros: “Nee is oké”, met als ondertitel: meer genieten, minder moeten.